Op bezoek bij het Taalcafé in Bibliotheek Heino

Gepubliceerd op: 2 december 2024 11:43

Het is een druilerige maandagavond in Heino. In de bibliotheek druppelen rond zeven uur één voor één de deelnemers van het Taalcafé binnen. Achterin vormt zich een gevarieerde groep, afkomstig uit heel Europa en daarbuiten. Onder het genot van een kop koffie en thee wordt hier in een ontspannen sfeer geoefend met het luisteren en spreken van de Nederlandse taal.

Vrijwilligers Gerda van Vliet en Wietze Schmitz van het Taalpunt, dat onderdeel is van de bibliotheek, voelen zich als een vis in het water bij het Taalcafé, Gerda: "Dit is niet alleen belangrijk voor hen, het heeft ook een positief effect op de maatschappij. In het Taalcafé durven ze namelijk op hun gemak in een vreemde taal te spreken, hierdoor leren ze ook van elkaar." 

Terwijl Gerda iedereen van koffie en thee voorziet, luisteren Wietze en de andere deelnemers vol belangstelling naar een belevenis van bezoeker Anton. "Het eerste deel van mijn praktijkexamen mbo Fietstechnicus niveau 2 haalde ik niet. Bij het tweede deel ging alles goed, helaas had ik weinig tijd over. Daardoor haalde ik het examen niet, dit moet ik dus overdoen!’" zegt de Zuid-Afrikaan met enige teleurstelling in zijn stem. Even later krijgt hij de lachers op zijn hand: "Het grappige is dat ik mijn certificaat al wel thuisgestuurd heb gekregen!"

Crocodile farm

Anton woont sinds twee jaar in Nederland. Zijn familie is in 1951 naar Zuid-Afrika geëmigreerd en runde daar een crocodile farm. "De mensen in Zuid-Afrika zijn heel ontspannen, ze hebben de tijd en dat mis ik hier wel eens. Toen ik merkte dat mijn veiligheid op het spel stond, besloot ik om met mijn gezin terug te gaan naar Nederland. Omdat ik alleen Zuid-Afrikaans sprak, moest ik echt op Nederlandse les, terwijl ik van origine wel een Nederlander ben" legt hij uit.

Uitdagende taal

De deelnemers praten verder over de Nederlandse taallessen die ze volgden. Mick vertelt over het niveau van zijn taalles bij Landstede. "Oekraïners, Indonesiërs, Roemenen en Azerbeidzjanen zitten bij mij in dezelfde les", vertelt Mick Marsh, die in 2020 met zijn Nederlandse vrouw naar Nederland is geëmigreerd. "Zoals je het vertelt, lijkt het erop dat ze moeten inburgeren. Misschien kan jij het er dan nog een keer over hebben, want waarschijnlijk kan jij dit niveau al wel aan", zegt Gerda. Mick: "Ik vind de taal lastig om te leren, omdat de zinsopbouw compleet anders is. Dat geldt voor ons allemaal" zegt hij terwijl de andere groepsleden instemmend knikken. Gerda: "Dat is best wel moeilijk, de zinsopbouw in Nederlands."

Upside down

Ook de Letse Ilze is voor de liefde naar Nederland gekomen. "Hoe ik mijn man heb leren kennen? Het is op een bijzondere manier gegaan. Ik heb hem in 2016 ontmoet tijdens een installatieklus die hij voor mijn kennis uitvoerde. Toen had ik nooit gedacht dat ik in dit land zou wonen. Nu oefen ik samen met vrijwilliger Gijs B2-lessen voor mijn staatsexamen, zodat ik straks ook in Nederland mijn beroep kan uitoefenen", zegt ze. En dat het Taalcafé ook stilstaat bij de culturele gebruiken, is niet te missen. Al kletsend en lachend vertelt Mick over BBB-leider Caroline van der Plas die haar shirt binnenstebuiten én achterstevoren droeg in de Tweede Kamer. Daarna bedanken Gerda en Wietze het drietal. "Het is alweer acht uur, graag tot de volgende keer!"